Met rolstoel, handbike en caravan naar de Costa Brava

Terrasjes langs de wandelboulevard

 

Geschreven door Vanja.
Wij houden van kamperen. Sinds ik een beperking opliep waarbij ik maar op 1 been kan steunen, is dat wat minder evident. Ik kan een beperkt aantal meter stappen met mijn 2 krukken maar eigenlijk ben ik rolstoelafhankelijk.
In 2018 kochten we tijdens het opendeurweekend van Handicamp een tweedehands liftje dat mij op mijn krukken, met een simpele duw op de knop, naar de ingang van onze caravan tilt. Tijdens dit weekend deden we ook wat inspiratie op om onze caravan aan te passen: een verhoogde toiletbril, armsteunen vastgemaakt aan de toiletpot (toiletbeugel ‘Liddy’) en enkele strategisch geplaatste handgrepen.

Het begin van de herfst was dit jaar ook het begin van onze vakantie. Op voorhand kostte het me best wat opzoekwerk. Eerst en vooral: waarheen? Ik kan niet zo erg lang autorijden maar we wilden toch mooi weer omdat, als we kamperen, we van het ontbijt tot de latere avond buiten leven. We wilden - net als vroeger - zo vrij mogelijk zijn: van reserveren en vooraf betalen houden we niet. Onze caravan geeft de luxe om te komen en te gaan wanneer het ons uitkomt en die vrijheid koesteren we. Daarnaast hebben we een hondje dat altijd met ons mee gaat. Op de meeste campings is dat geen probleem, rolstoeltoegankelijk sanitair is echter een ander paar mouwen. Via de site van ACSI kan je filteren op rolstoeltoegankelijkheid, maar uiteraard geeft dit een selectie van een selectie. Via www.campings.nl vind je zowat alle campings in Frankrijk maar op deze site is er geen filter i.v.m. toegankelijkheid. Weinig campingwebsites maken melding van dit criterium waardoor ik er meerdere heb aangeschreven. Doorgaans verliep die communicatie prima en de meesten waren niet te beroerd om een foto te sturen als ik daarom vroeg. Kamperen is natuurlijk niet alleen de camping maar vooral de omgeving ontdekken. Nu zijn we eerder natuur- dan cultuurmensen maar dat neemt niet weg dat we toch graag één en ander bezoeken tijdens onze vakantie. Rolstoel- en tevens hondvriendelijke activiteiten vinden, blijkt een uitdaging apart. Omdat het weer in Frankrijk redelijk labiel was, beslisten we op het laatste nippertje om door te rijden tot Spanje. Weliswaar in meerdere etappes. Omdat ik slechts tijd had gehad voor minimaal opzoekwerk van de regio, vond ik het best spannend om zo op weg te gaan.

Onze eerste stop houden we in de Elzas. De camping die ik had uitgezocht, nabij het Middeleeuwse wijnstadje Türckheim, blijkt bij aankomst volzet. Tja … dat is het risico van niet reserveren … Ook optie nummer 2, een camping nabij Colmar, heeft geen vrije plekken meer. Mr Google schiet ter hulp: Camping du Canal te Kembs bood een alternatief. Hond welkom? check! Mindervalidensanitair? Check! Plaats voor een caravan? Check! Bij aankomst zien we een kleine, nieuwe camping met enkele bungalows (waaronder 1 toegankelijk voor mindervaliden) en nog heel veel vrije plekken. De camping ligt, zoals de naam doet vermoeden, langs het kanaal, én pal aan meerdere fietsroutes. Ik heb sinds heel kort een handbike, oftewel aankoppelfiets, dus dit was een ideale plek om hem uit te proberen.

De volgende dag maken we een schitterende fietstocht van zo’n 30km naar het drielandenpunt (Frankrijk, Duitsland, Zwitserland) en terug. Zalig om te bewegen in het groen langs het water (zie foto hieronder). Langs het fietspad staan op verschillende plaatsen fotopanelen van enkele natuurfotografen. De route is grotendeels vlak en goed bewegwijzerd. Kortom een ontspannende inspanning waardoor we later op de avond voldaan in slaap vallen.

Wandelpad langs een jachthaven in de Elzas. Vanja rijdt even verderop.

Na een verkwikkende douche en een ontbijt met Kugelhopf, het tulbandgebak dat één van de streekspecialiteiten is, zetten we onze tocht naar het zuiden verder en krijgt het landschap stilaan meer zuiderse allures. Ik blijf Frankrijk een prachtig land vinden. Soms overvalt me, bij het zien van de kronkelende wandelpaadjes, een gevoel van tristesse: wat zou ik graag langs die weggetjes hebben kunnen wandelen, net als vroeger …

In de late namiddag arriveren we in Auberives-sur-Varèze, een gemeente ten zuiden van Vienne. Camping des Nations ligt vlak aan de Route Nationale. Een echte doortrekcamping. Het sanitair voor mindervaliden ligt in een al afgesloten blok maar wordt onmiddellijk terug geopend. De cabine doet ook dienst als babyroom want er is een luiertafel. Het is nog wel proper maar begrijperlijkerwijs toch wat stoffig.

Foto van het sanitair blok (interieur). Het toilet heeft een steunbeugel. Er is een douche met douchestoel en de sproeikop is afneembaar.

Wat ik erger vind: dit gebouw is niet verwarmd in tegenstelling tot het kleinere ‘winter’sanitairblok met de ‘gewone’ douches en toiletten. Daarom besluit ik me ’s avonds te douchen in plaats van ’s ochtends. Het sanitair is wat gedateerd maar ik kan me er goed in behelpen. Er zijn voor mij voldoende steunen aanwezig. Het water is lekker warm en er staat voldoende druk op het water. Een pluspunt op deze camping is dat ze bij de afwasbakken ook een rolstoelplek hebben voorzien. Alhoewel dat misschien voor mijn man goed nieuws was smiley. Ik had gehoopt op nog een wandelingetje langs de Rhône maar we hebben de auto nodig om er te geraken en na een hele dag rijden, ziet geen van ons beiden dat echt zitten. We willen de omgeving van de camping proberen maar de campingeigenaars wijzen ons op het gevaar van de grote baan. Het bosweggetje dat ze aangeven, loopt redelijk steil naar beneden en is niet rolstoelproof, ondervinden we. Aangezien het een vrij kleine camping is, zijn we op een wip het domein(tje) rond gelopen. Gelukkig is onze hond van een klein formaat en is ze toch blij met dit korte tochtje. Na het eten spelen we nog een spelletje en we besluiten wat vroeger te gaan slapen zodat we de volgende ochtend op tijd kunnen vertrekken

Hoe meer we naar het zuiden rijden, hoe hoger we de temperatuur zien klimmen, hoe meer we de zon voelen stralen en hoe blauwer we de lucht zien worden. Zalig! Rond vier uur komen we aan in Roses (spreek uit ‘Rosas’) aan de Costa Brava. Als ik de camping (Camping Rodas) zie, denk ik eerst: no way! Zoveel volk … Maar die eerste indruk was onterecht. Er is wel degelijk veel volk maar er heerst een heel relaxte sfeer en de algemene indruk is uitermate verzorgd. Ik krijg een sleutel voor het mindervalidensanitair. Dit blijkt een geweldige badkamer te zijn. Licht, warm en smetteloos proper. De voorbije tijd heb ik heel wat ‘aangepaste’ hotelkamers gezien die minder goed waren uitgerust. Alle sanitaire voorzieningen worden de ganse dag door schoongemaakt. Het is voor enkele medewerkers een fulltime job. Werkelijk nog nooit gezien.

 het toilet heeft een steunbeugel. In de douche zien we een vast douchezitje met handgrepen én een tabouret zonder leuning. De douchekop is afneembaar.

Zodra we geïnstalleerd zijn, trekken we richting het stadje. Amper vijf minuutjes met de fiets (of een kwartiertje stappen) en we staan op de promenade van Roses. Geen drempeltjes maar alles mooi gelijk of handige op- en afloopjes zodat je als rolstoeler niet het minste probleem hebt.

Wandelboulevard langs het strand, met palmbomen.

De palmbomen zorgen voor een instant vakantiegevoel dat nog wordt versterkt door de vele dwergpapegaaitjes die we horen kwetteren. Op verschillende strandgedeelten liggen planken zodat je met een rolstoel of rollator ook op het strand kan. Langs de promenade staan op verschillende plaatsen openbare toiletcabines mét mindervalidentoilet dat effectief wordt voorbehouden aan mensen met een beperking. Deze voorzieningen zijn open van 8u tot 20u en worden permanent schoongemaakt. In principe is het een gratis service maar ik geef telkens een klein centje. In het centrum van Roses vind je eveneens openbare toiletten. Hier zijn het zelfreinigende cabines waar je 0,20€ voor betaalt. Verder zijn er aardig wat voorbehouden parkeerplaatsen voor mindervaliden en het grotendeel van de winkels is bereikbaar, evt. via een ramp. Hoewel het zeker geen algemeenheid is, beschikken vele restaurantjes over toegankelijke sanitaire voorzieningen. Voor mij is dat telkens een geruststelling: niets zo vervelend als een volle blaas hebben en nergens terecht kunnen. Soms moet je erbij nemen dat het toilet ook een bergruimte is voor poetsgerief en dergelijke (zie foto) maar indien nodig wordt het met de glimlach uit de weg geruimd.

Een toilet vol borstels, emmers en ander poetsmateriaal.

Verder in Roses bezoeken we de citadel. Binnen de muren van dit domein (131.480 m2) werden resten gevonden van de Griekse nederzetting Rhode (4e en 3e eeuw v.Chr.) alsook vondsten uit het Romeinse Rijk en de Middeleeuwen. Juwelen, aardewerk, munten, wapens en geschriften uit deze diverse perioden kan je bewonderen in het museum dat de geschiedenis vertelt van Roses en haar omgeving. Buiten waan je je met een beetje fantasie enkele eeuwen terug in de tijd. Deze plek vinden wij een aanrader. Sommige stukken, zoals de muren van de vesting zelf, zijn niet bereikbaar met een rolstoel maar er is genoeg te zien dat wél bereikbaar is. Het grinderige en grassige terrein vraagt wel wat armspieren en behendigheid. Daarom was ik blij dat ik mijn handbike bij had.

Vanja met de handbike voor de citadel. Er ligt een groot grasveld voor de oude muren.

Op de wandeldijk in Roses staan kiosken van een drietal bootmaatschappijen waar je een trip kan boeken. Wij kiezen voor een uistap naar Cadaqués met Don Pancho. Cadaqués is het stadje waar Salvador Dali zijn jeugd doorbracht. Volgens de dame van de kiosk is de rolstoel geen probleem. Bij aankomst aan de kade blijkt het toch niet zo simpel omdat er na de loopplank enkele trapjes moeten genomen worden. Met behulp van de vriendelijke bemanning geraak ik toch mét rolstoel aan boord. We mogen vooraan op het dek blijven zitten en misschien is dat wel de allerbeste plaats. De tocht duurt een uur en je wordt dan getrakteerd op schitterende zichten op de grillige en rotsige kustlijn met zijn vele ‘cala’s’. We zien ook een hele school dolfijnen hetgeen de boot onderdompelt in een uitgelaten sfeer. Plots staat het hele dek vol mensen met GSM of fototoestel in de aanslag. Prachtige dieren zijn het. De aankomst in Cadaqués is spannend. De boot moet aanmeren aan het strand waardoor het een steil stuk is om aan land te geraken. Gelukkig konden we ook hier rekenen op de behulpzame bemanning die mij in mijn rolstoel het strand op draagt. Cadaqués zelf is zeer pittoresk maar heeft nauwelijks voorzieningen voor mindervaliden.

Witte gebouwen op een heuvelflank, aan het water.

De straatjes klimmen op tegen een helling, er zijn veel drempels, smalle stoepen en vooral klinkers. Omdat ik chronische pijn heb in mijn rechtervoet was dat nogal lastig. Toch ben ik blij dat ik het (deels) gezien heb.

Standbeeld van schilder Salvador Dali, met wandelstok. Op de achtergrond de baai van Figueres.

We brengen met de auto een bezoek aan Figueres, een provinciestadje. Ik had graag het Dalimuseum gezien maar aan de gevel ervan staat geschreven dat door de leeftijd van het gebouw enerzijds en de aard van de tentoonstelling anderzijds een bezoek niet geschikt is voor mensen die slecht te been zijn of voor rolstoelers.

Dali-museum, buitenkant

Echt jammer! Voor die ene keer dat ik het nu eens niet heb opgezocht … We lopen dan maar een toertje rond het museum en winkelen wat terwijl we de sfeer opsnuiven en een lekker ijsje halen als troostprijs.

Op de toeristische dienst vragen we een kaart met fietsroutes. Uit een hele lijst kiezen we voor een makkelijke toer. Nou ja, makkelijk … dat blijkt met een fikse korrel zout te nemen. Wat men in Catalonië een ‘fietspad’ noemt, zou bij ons niet misstaan op een mountainbikeparcours. Soms komen we terecht op wandelpaadjes vol met boomstronken, takken, grote keien, … waar ook mijn man niet op zijn fiets kan blijven zitten. Alleen zou ik het zeker niet kunnen maar mijn man is groot en sterk smiley dus voleindigen we de tocht die door het prachtige binnenland loopt met steeds uitzicht op de zee of op de bergen. Een groot deel ervan voert door het natuurpark Aiguamolls de l’Emporda met zijn riet- en moerasvelden. We zien paarden, koeien en schapen, appel- en olijfboomgaarden, boerderijtjes en kapelletjes … heel erg mooi allemaal!

Moeras in het Catalaanse binnenland

Een andere uitstap met de auto gaat door de bergen naar de Cap de Creus en het bijhorend natuurgebied. Wij houden erg van zo’n ruige landschappen. Lager op de bergflanken zien we de druivenstokken van het wijngebied Emporda. Cactussen groeien zoals bij ons de brandnetels.

 ruwe rotsen en schuimende zee.

De kleuren van de rotsen, de plukken groen, olijfboomgaarden, … we zien het allemaal en zuigen het in ons op. Op de Cap de Creus staat heel veel wind. Ik ben zelfs bang dat ik met mijn rolstoel zal omgekieperd worden. Mijn man lacht mij uit. De cap de Creus is het meest oostelijk gelegen puntje van Spanje. We vinden een beschermd plekje om enkele tapa’s te eten en een glas te drinken en zijn getuige van het opbod van enkele Franse toeristen die geen enkele moeite willen doen om zich verstaanbaar te maken in het Spaans en de Spaanse kelner weigert om het Frans te begrijpen. Tja … zo’n dingen zie je in Brussel ook. Tegen ons is de kelner wél heel behulpzaam en doet hij alle moeite om zich verstaanbaar te maken.

Zonovergoten en drukbevolkt terras

Op onze laatste dag onder de Spaanse zon ondernemen we nog een kleinere fietstocht naar het naburige stadje Empuriabrava. De wandeldijk is hier korter vergeleken met die van Roses. Het strand is er breder. Deze plaats is volgens ons ook recenter dan Roses, dat een oud vissersstadje is. Heel mooi zijn de vele kanaaltjes die door het stadje lopen en die omzoomd zijn door villaatjes waarvan de eigenaars elk een eigen bootje lijken te bezitten. De meeste horeca vind je in het centrum. Winkeltjes eveneens. Wij houden het bij de dijk en we fietsen ook nog een stukje langs de rivier die in de zee uitmondt.

Villa's langs het water, de privé-boten aangemeerd.

De terugtocht besluiten we in 2 etappes af te leggen. In Frankrijk is het weer niet best dus willen we gewoon rijden, eten, slapen, opstaan en weer doorgaan. We reizen via het Centraal Massief noordwaarts en overnachten op een camping in Châtel-Guyon, juist ten noorden van Clermont-Ferrand. Het is een eerder grote camping die in een heel mooi wandelgebied ligt. Het sanitair is wat ouder maar erg schoon. Het mindervalidensanitair bevindt zich in het sanitaire gebouw en is verwarmd. De indeling vind ik minder praktisch waardoor ik hier nooit langere tijd zou verblijven. Zo is de douchekop afgesteld op iemand die staat en niet op iemand die zit, maar ik mis vooral een extra steun. De ruimte is wel groot genoeg,  met plaats om iets te leggen of te hangen. We vinden in het dorpje, na een hele klim, een lekker restaurantje waar we typische Auvergnekost bestellen: aardappelen met spekjes gegratineerd met kazen uit de streek, ham en worst van de Auvergne vergezeld door een fris slaatje. Kost waar je menig bergwandeling op kan lopen, als je het ons vraagt. smiley

Lekkers uit de Auvergne De dag erop rijden we - met de caravan door Parijs - weer naar huis. Ik zou zo rechtsomkeer willen maken!

Hoe goed vond je dit reisverslag?: 
5
Gemiddeld: 5 (1 stem)