Warm onthaal in Taiwan

Zicht over Meinong Lake, met de bergen op de achtergrond en een rood prieel op de voorgrond.

 

Geschreven door Pieter

Taiwan is een eiland met een bewogen verleden en een onzekere toekomst. Het ligt pal op een breuklijn, waardoor er altijd kans bestaat op een aardbeving. Ook het weer kan hier pittig zijn met tropische regenbuien en soms gevaarlijke stormen. Politiek leeft het eiland al een tijd in een windstilte die elk moment kan omslaan… of niet. Veel meer wist ik er eerlijk gezegd niet over, maar we hebben vrienden die er wonen en die nodigden ons uit voor een bezoek. Ze wilden ons graag wat mooie plaatsen laten zien en ook letterlijk laten proeven van het leven daarginds. Het grootste deel van de tijd zouden we bij hen thuis logeren, met een paar nachten op hotel tussendoor. Op zo’n uitnodiging kun je moeilijk nee zeggen. 

De beste periode voor een reis naar Taiwan is ofwel het voorjaar (maart) ofwel de herfst (oktober). We kiezen voor eind oktober, begin november omdat het seizoen van de zware stormen (typhoons) dan min of meer voorbij is en het normaal niet meer te warm wordt. Er is eind oktober ook weinig kans meer op dengue-koorts (overgedragen door een bepaald type mug). Vooraf hebben we de nodige inentingen gekregen. Ook belangrijk, 3 dagen voor aankomst moet je een inreisdocument (TWAC, Taiwan Arrival Card) online invullen. Verder hebben we alleen een geldig paspoort nodig.

Ik loop binnenshuis met krukken, langere afstanden doe ik op wieltjes. Op reis neem ik mijn scootmobiel gewoonlijk niet mee. In het verleden heb ik al schade gehad tijdens de vliegtuigreis; bovendien is zo’n zwaar ding moeilijk met de auto of taxi te vervoeren. De manuele rolstoel vind ik algemeen praktischer, zeker als er voldoende duwers zijn.

Onze uitvalsbasis wordt Kaohsiung, de tweede grootste stad van het eiland, met een eigen luchthaven. Het is zo’n 13 uur vliegen vanuit Europa. Maar we hebben geluk: vanuit Brussels Airport biedt Cathay Pacific een vlotte verbinding met Kaohsiung, met enkel een tussenstop in Hong Kong. 

Afreis

De eerste etappe van onze trip gaat van Leuven naar de luchthaven. Met de trein is dat een kwartiertje, zonder parkeerproblemen. We hebben voor de afreis een uur extra tijd voorzien, maar dat gaat helemaal op aan onvoorziene omstandigheden. Onze trein naar de luchthaven wordt afgeschaft en die van een uur later komt maar niet opdagen… Uiteindelijk nemen we een taxi en komen we maar kort voor boardingtijd bij de gate. 
Met Cathay hebben we wel een uitstekende verbinding. Eerst 11 uur van Brussel naar Hong Kong, dan nog een klein sprongetje van anderhalf uur tot Kaohsiung, waar onze vrienden wonen. In Hong Kong zouden we meteen kunnen doorreizen, maar voor de zekerheid nemen we een vlucht later. De reis verloopt zo comfortabel als mogelijk. Zoals gewoonlijk vragen we om mijn eigen rolstoel tot aan de gate te mogen gebruiken en ook bij aankomst met mijn eigen rolstoel opgehaald te worden. Dat blijkt geen probleem. Nog in de luchthaven kopen we voor één van ons twee een Taiwanese simkaart, genoeg voor de tijd van ons verblijf. Zo zijn we altijd bereikbaar, ook als er geen wifi beschikbaar is.

Skyline van Kaohsiung, in het havengebied.

Kaohsiung

Van grootte is de tweede grootste stad van Taiwan te vergelijken met een Belgische provincie (Oost-Vlaanderen, bijvoorbeeld). 2 à 3 miljoen mensen noemen het hun thuis. Je zou verwachten dat het dan ook een erg drukke stad is, maar dat valt geweldig mee. Vergeet de dichtgeslibde straten van onze hoofdstad, met de voortdurende verkeerschaos. Het stratenplan heeft grotendeels een dambordpatroon, met brede, rechte lanen. Zelfs in de spitsuren loopt het hier vlot. Claxonneren doet men enkel om te waarschuwen, niet om elkaar op de zenuwen te werken. Een ander opvallend verschil is de massa bromfietsen in het verkeer. Met twee of drie op één voertuig, of alleen met een karrenvracht boodschappen: de gemiddelde Taiwanees zoeft graag rond op zijn scooter. In de stad vind je dus niet alleen parkeerplaatsen voor auto’s, maar ook voor deze tweewielers. Fietsen zien we in de stad weinig, al zullen we later merken dat fietstoerisme heel populair is in het bergachtige binnenland. 
We wandelen graag door Kaohsiung, want de meeste voetpaden blijken goed berijdbaar. Ook de meeste winkels hebben een drempelloze of laagdrempelige ingang. Let wel, de hellende vlakken kunnen bijzonder steil zijn. Dat komt omdat ze eigenlijk berekend zijn op gewone bromfietsen en scooters, die hier zo vaak gebruikt worden. Wie een loophandicap heeft, profiteert mee. In vergelijking met België zien we vrij veel scootmobiels en andere gemotoriseerde rolstoelen. Op de scootmobiels zit meestal een stoffen dakje gemonteerd, tegen de felle zon. Er zijn op sommige pleintjes ook voorbehouden parkeerplaatsen voor scootmobiels.

Motorfietsen en scooters, wachtend aan een verkeerslicht.

Warm en koud

Ook als rond 18 uur de zon ondergegaan is, blijft het hier tropisch warm. Tijdens ons verblijf liggen de maxima rond de 30°C. Iets voor op je hoofd en een zonnebril heb je dus nodig als je eropuit trekt, net als een goede zonnebrandolie. Pak ook maar een overgooier of sjaal mee, want binnen in shoppingcentra en restaurants draait de airco meestal op volle toeren. Binnenkomen in een groot gebouw voelt vaak alsof je de koelkamer van een warenhuis inwandelt. 

Taal

Vooraf is de taal mijn grootste mentale drempel geweest: een reisbestemming waar je geen woord kunt lezen of verstaan, ik zag er wat tegenop. Dankzij onze vrienden die zowel Mandarijn als Taiwanees machtig zijn, ondervinden we uiteindelijk weinig taalbarrières. Maar hoe lukt dat voor andere bezoekers?  
In een koffiebar ontmoeten we een jong Nederlands gezin dat met twee kleine kinderen het eiland rondreist. Voor hen gaat het verrassend vlot: een auto huren ging probleemloos en de verkeersborden zijn in het Mandarijn en Engels. In restaurants hebben de menukaarten vaak een Engelse versie - en anders helpt de vertaal-app op onze telefoon wel. Je hebt toch bijna overal gratis wifi. Ook in opschriften van winkels en ‘boodschappen van algemeen nut’ zien we vaak Engelse woorden opduiken, al is de vertaling niet altijd zo duidelijk.

Pier 2

Als kennismaking nemen we de tram. Dat gaat verbazend vlot voor iemand die het Belgische/Vlaamse openbaar vervoer gewoon is. Aanmelden of reserveren is niet nodig. Je gaat gewoon op de aangeduide plek staan en de tram komt precies met de drempelloze deur voor je neus. Er zijn een paar voorbehouden plaatsen, maar er zijn meer rolstoelers en kinderwagens op onze rit, dus vind ik een plekje in de vrije ruimte aan de overloop. Aangezien de mensen in Taiwan beleefd op hun beurt wachten, loopt dat allemaal soepel. 

Een rolstoelsymbool duidt op het perron aan waar de drempelloze deur van de tram komt. We rijden langs de vele appartementsgebouwen, vaak versierd met muurschilderingen. Zo bereiken we Pier 2, een vroeger gedeelte van de haven waar de pakhuizen een nieuwe invulling kregen.

Muurschildering van vogels en een eekhoorn.

Er zijn winkels met duurzame en fair-trade producten, marktstalletjes met juwelen, gebatikte sjaals en hoedjes, maar vooral veel eet- en drinkkraampjes. Dit is het paradijs voor wie van proevertjes en hapjes houdt. Alles wordt ter plaatse bereid. 
We zijn hier op een feestdag, dus hebben veel mensen vandaag vrij. We zien heel wat gezinnen met kinderen rondwandelen. Op een open terrein worden grote zeepbellen geblazen en vliegers opgelaten. Als het ons te warm wordt, vinden we een koel plekje in de bar van het kunstencentrum Music Center Kaohsiung, even verderop.
Rond half zes gaat de zon onder. We wandelen tot restaurant ‘Legends’, een ontmoetingsplek voor buitenlanders waar je ook voor een pizza of een taco terechtkan. De ingang is drempelloos, maar er is geen toilet op de benedenverdieping.

Eten en drinken

Volgens onze vrienden is de doorsnee Taiwanees een tevreden mens … en komt dat grotendeels door het lekkere eten. Wel, we kunnen ons daar iets bij voorstellen. 

Rijkgevulde tafel op Taiwanese wijze.

Vergeet wat je in België kent als Chinees eten. Geen bami of nasi (da’s trouwens Indonesisch), die komen niet in de buurt van de variatie en smaken die je hier ontdekt. Veel lekkers koop je aan een kraampje langs de straat of bij een soort traiteur die een ruime keuze aan meeneemgerechten uitstalt. Knoflook en ui zijn wel vaste waarden op het menu. Soms zie je zelfs een schaaltje rauwe, gepelde knoflookteentjes als hapje. Dat zijn dus geen nootjes :-) We proeven dim sum in het Marriott hotel: gestoomde deegpakjes met diverse vullingen, samen met nog andere gerechten in hapjesformaat. Alles komt ongeveer gelijk op tafel. Een verleidelijke formule, want er blijft altijd nog iets om te proeven. En één hapje kan er toch altijd nog bij?
Het Marriott-hotel zit onder één dak met E Sky Mall, een shopping mall van 7 verdiepingen. Het moeilijkste is de juiste liften te vinden die ons naar de gewenste plek brengen. We lopen er eens door voor de sfeer, maar de prijzen zijn hier hoger dan elders. Ook in het gebouw heb je een soort pleintje waarrond eetstandjes hun lekkers aanbieden. Koreaans, Thais en Vietnamees vind je zij aan zij met de Chinese en Taiwanese specialiteiten.
Nog een deftige eetgelegenheid is Chamonix, waar we een plekje aan de keukentoog versierd hebben. Zo kunnen we de chefs bezig zien met gerechten die zo op instagram kunnen. Aan de ingang is er een drempel van 7 cm, maar verder is  alles goed toegankelijk. Het desert wordt altijd aan een tafeltje geserveerd.
Tijdens ons verblijf proeven we verschillende culinaire tradities. Zowel de Koreaanse als de Japanse barbecue is een hele belevenis, waarbij je per tafel rond een hete bakplaat zit. Bij de Koreaanse barbecue komt de kok aan tafel de hapjes bereiden, in de Japanse zaak worden de gloeiende bakroosters om de paar minuten (met de blote hand) vervangen.

Taipei

De hoofdstad Taipei ligt in het noorden van het eiland. We nemen de hogesnelheidstrein, een rit van anderhalf uur. Onze wagon beschikt over een hele reeks plaatsen voor scooters en rolstoelen, die druk gebruikt worden. Ik word begroet door een medewerker die mij toont waar het toegankelijk toilet (zeg maar “balzaal”) zich bevindt en met welke knop ik op elk moment assistentie kan vragen. In en uit de trein rijden gaat drempelloos. Wat een verschil met de situatie in Europa!

Interieur van de hogesnelheidstrein. Pieter heeft zijn manuele rolstoel dichthgeplooid en zit in de stoel ernaast.

Taipei voelt drukker en gejaagder aan dan Kaohsiung. Hier zijn we ook niet meer de (bijna) enige buitenlanders in het straatbeeld. Er zijn wijken die bepaalde soorten winkels groeperen, zoals muziek, anime of mode. Snake Alley, vroeger een sinister steegje, is nu het centrum van alles wat jong, hip en trendy is, met veel Japanse invloeden. 
We bezoeken de Longshan tempel, één van de oudste tempels van de stad. De gelovigen hebben geen probleem met onze nieuwsgierigheid. We mogen zelfs foto’s maken.

Roodgelakt hout en zuilen van offerkaarsjes omlijsten de beelden in de tempel.

We wandelen verder tot de zeebaai van Tamsui. Tot onze verbazing is hier door de week weinig toeristische activiteit. Gelukkig vinden we een visrestaurant open. Het lijkt meer op een kantine en de ingang is een ontzettend steil hellend vlak, maar de vis is formidabel. Ik vind jammer genoeg de naam niet terug.
Daarna keren we met de metro terug naar het centraal station waar ons hotel vlakbij ligt. Moet het nog gezegd? De metro is perfect zelfstandig te gebruiken. 
We logeren in het Holiday Inn Express hotel. Ook hier is het enige obstakel een zeer steil hellend vlak aan de ingang. We hebben geen rolstoeltoegankelijke kamer gevraagd, dus ook niet gekregen. Voor mij volstaat het dat de badkamer voldoende ruim is en de douche een afneembare sproeier heeft.

Paleismuseum en 101-building

Het nationaal Paleismuseum in Taipei ligt midden in het groen, een halfuurtje met de taxi buiten het centrum. De enorme collectie, waarvoor je gerust verschillende dagen zou kunnen uittrekken, bevat kunstvoorwerpen, ambachtswerk en historische stukken die tot 3000 jaar terug in de tijd gaan. Sommige voorwerpen mag je zelfs aanraken, zoals het flinterdun papier waarop in China boeken gedrukt werden, lang voordat in Europa iemand op het idee kwam. Voor personen met een handicap en 2 begeleiders is de toegang gratis en ook Taiwanese burgers krijgen een mooie korting. 

Groot Boedhabeeld in het Paleismuseum. Boven is een mooi en goed restaurant gevestigd. We noteren onze naam op de wachtlijst en mogen even later aan tafel. 
In de namiddag drinken we eerst een koffie of thee in het Breeze-gebouw. Op de tweede verdieping leidt een voetgangersbrug naar de buren: het ‘101 gebouw’.

De "101" vanaf de grond gezien.

Dat getal verwijst naar het aantal verdiepingen. Uiteindelijk gaan we niet hoger dan de 87ste verdieping. Er is immers geen plaats meer vrij om meteen helemaal tot de top te gaan en het wordt bijna donker; bovendien kost het een flink stuk extra voor nagenoeg hetzelfde panorama. Ook de ‘vlucht’ met een supersnelle lift is nauwelijks korter. De avond valt over Taipei als we ver onder ons de avondspits zien voort schuiven. Eenmaal weer veilig op de grond trekken we naar het station voor onze terugreis naar Kaohsiung. 

Meinong

Van de stedelijke drukte gaan we naar de rust van de natuur. Meinong Lake (zie titelfoto) ligt nog net in het arrondissement Kaohsiung. Het gebied is populair bij vogelspotters. Maar vandaag zijn we praktisch alleen, met uitzondering van een groepje oude mensen die aan het karaoke zingen zijn. Hun niet al te stemvaste, maar enthousiaste gezang is tot aan de overkant van het water te horen… Ik weet misschien toch waarom er verder niemand is. We volgen het verharde wandelpad rond het meer, met de bergen op de achtergrond.

Wandelaars op één van de brugjes langs het meer.
Even verderop bevindt zich patisserie Lin House Meinong waarvoor kenners graag een omweg maken. Nu we er toch zijn, proberen we het graag uit. Nog wat meer het binnenland in bezoeken we Sichuan Mountain Realm, een bijzondere camping op gezinsformaat. De familie verwent ons met zelfgemaakte confituur van roselle (een zoete soort hibiscus), krachtige pu’er-thee en vers tropisch fruit. Op het domein leven ook bedreigde gordeldieren in het wild. Alles loopt er vredig en harmonieus. De hartelijke ontvangst die alle taalbarrières vlot overwint, de mooie en lekkere zelfgemaakte dingen, de eenvoudige levensstijl,… we worden er gelukkig van. 

Kampeerders in het Mountain realm.
Het is al donker als we terugkeren naar de stad. Onze vrienden nemen ons nog mee naar de Japanse bar Gee Izakaya voor hapjes en een goed glas bier. Daarna kruipen we moe maar voldaan onder de wol. 

Kenting

We nemen de auto naar Kenting, op het zuidpunt van het eiland. We betalen een kleine toegangsprijs en stappen binnen in een groene oase met her en der hedendaagse kunstwerken. Alweer merken we dat de toegankelijkheid vooral op maat van gemotoriseerde rolstoelen bedacht is. Het wandelpad is goed rolstoelvast, maar steil! We volgen het pad tot aan de witte vuurtoren van Liuqiu. Het gebouwtje zelf én het uitzicht vinden we de moeite waard.

Een modern sculptuur tegen de achtergrond van spitse bergpieken.

Sun Moon Lake

Sun Moon Lake is de meest toeristische plek die we tijdens deze reis gezien hebben. Tot een paar jaar geleden kwamen veel Taiwanezen naar dit bergmeer op vakantie. Nu is het grotendeels overgelaten aan de Westerse (rugzak-) toeristen. Er zijn opdringerige verkopers en veel drukte, maar deze activiteiten blijken beperkt tot de paar straten bij de hostels en B&B’s. Het meer zelf is prachtig. Wij logeren in een nieuw, luxueus hotel: Wyndham Sun Moon Lake. Opvallend: er is geen 4de verdieping in dit hotel. De reden is dat het Chinese woord voor 4 lijkt op dat voor 'dood'. Het wordt dus als een ongeluksgetal beschouwd.

Ruime hotelkamer.

Ruime badkamer van de hotelkamer. Het toilet is apart, met weinig of geen opstelruimte naast of voor het toilet.
Rondom het Sun Moon-meer ligt een wandel- en fietsroute van 20 km. Er zijn fietsen en tandems te huur. Bij gebrek aan mijn scootmobiel volgen we een stukje met de auto.

Kleurig verlichte plezierboten rusten op het meer bij valavond.

Zo maken we kort kennis met twee aboriginal-muzikanten. Taiwan kent verschillende volkeren die hier al veel langer wonen dan de mensen die hier de laatste honderd jaar vanaf het Chinese vasteland naartoe kwamen. Hun talen en gebruiken worden tegenwoordig als cultureel erfgoed beschouwd.
We maken nog een tussenstop in hotel Sun Fog, waar we zowaar een gratis changing place toilet vinden. Dus een toegankelijk toilet met verzorgingstafel. Er staat ook een toiletje op kindermaat.

Publieke toiletruimte met verzorgingtafel voor volwassenen.

De keuken van het hotel blijkt eigenlijk dicht, maar het personeel is graag bereid om koffie te zetten. Het uitzicht vanaf hun terras is bovendien prachtig. Ik heb er de drie treden aan de ingang graag voor over.

Jiji

Op onze terugweg staan we ineens oog in oog met de verwoesting die hier altijd op de loer ligt. In 1998 eiste een aardbeving een zware tol. Een grote tempel die toen instortte, is bewust zo behouden als stille getuige van de ramp.

Ruïne van een tempel, getroffen door de aardbeving van 1998.

Op het dak van de ruïne proberen de beelden in evenwicht te blijven, alsof de schok nog maar net voorbij is. Ernaast werd een nieuwe tempel gebouwd. Het valt mij op dat tussen de offerkaarsen en andere rituele voorwerpen er inmiddels ook plaats is voor computerschermen. Technologie en traditie gaan hier hand in hand. 
Nog in Jiji nemen we een kijkje bij het oudste station van Taiwan. Het wordt nu gerenoveerd voor het toerisme. Opvallend, de afronding van de werken is voorzien in het jaar 115. Officieel volgt Taiwan namelijk de jaartelling vanaf de revolutie van 1912. 

Een historische locomotief te bezichtigen bij het oude station.

Tainan

Tainan was de historische hoofdstad van het eiland, tot Taipei die rol overnam. Weetje: ‘nan’ en ‘pei’ betekenen respectievelijk ‘zuid’ en ‘noord’. 
Er is een historisch kasteel, maar de toegang kost 70 T$ per persoon en ik kan er niet binnen. Dan zoeken we liever de oude Confuciustempel op, een kleine oase van rust in de stad.

Panoramafoto van de Confuciustempel, met steenrode gebouwen en betegelde paden tussen het groen.

Hier zitten mensen vredig te genieten of te mediteren en komen studenten bidden voor een succesvol schooljaar. Had ik het daarnet al over de merkwaardige vertalingen die we soms zien? In de toiletten van de Confuciustempel lees ik bijvoorbeeld een tekst die wel heel diepzinnig bedoeld moet zijn: “After then conveniently flushes, spring mire has not had the mark.”

Een ongetwijfeld diepzinnig bedoelde, maar voor mij onbegrijpelijke spreuk.
Parkeren doen we gratis in de parking van het Nationaal Literatuurmuseum. Hier kun je ook het toegankelijk toilet gebruiken. 
Bij valavond wandelen we door een oud winkelstraatje Shennong Street. Zodra het donker wordt, komt het straatje pas echt tot leven bij het licht van kleurige lantaarns. 

Rusten op een bankje in een steegje, verlicht met rode lampions.

Terugkeer

Opnieuw reizen we langs Hong Kong en vervolgens nog 13 uur tot Brussel. Net als in de heenreis hebben we een plaats vlakbij de toiletten gekregen. Dat klinkt misschien minder gezellig, maar het maakt de lange vlucht toch een stuk comfortabeler. Alles verloopt uitstekend. We komen precies op het verwachte uur aan. 

Besluit

Taiwan is ons bijzonder goed meegevallen. De harmonieuze levensstijl, de vredige plaatsen voor ontspanning in de natuur, het genieten van eten, drinken, muziek en samen zijn… Ons heeft het deugd gedaan. De toegankelijkheid van het openbaar leven ligt, zoals je gelezen hebt, op een hoog niveau. Het is nooit lang zoeken naar een publiek toegankelijk toilet, want ze zijn overal en ze zijn goed aangeduid. Hellende vlakken blijken vaak steil, maar ze zijn er wel. Bovendien is de mentaliteit van de inwoners algemeen zeer hartelijk en begripvol. 
We beseffen hoe broos deze harmonie wel is. Taiwan ligt in het oog van een geopolitieke storm, maar ook de manier waarop met de buitenlandse toeristen wordt omgegaan zal uiteindelijk bepalen of en hoe Taiwan zijn ziel kan vrijwaren. 

De lichtjes van de Taiwanese hoofdstad bij valavond.

Taipei - zicht vanuit 101 Building

Hoe goed vond je dit reisverslag?: 
5
Gemiddeld: 5 (1 stem)