Een stukje Australië (2006)

Een kangoeroe kijkt je verbaasd aan.

Geschreven door Pieter.

Een stukje Australië: Sydney - Melbourne - Adelaide - Kangaroo Island

* Voorbereiding:

We bespreken onze plannen met Aussietours uit Staden (bij Roeselare). De keuze valt op een vrij beperkt stukje van dit immense continent, want we nemen liever rustig de tijd onderweg. Eigenlijk heb ik op het vlak van toegankelijkheid niet zo veel nodig. Ik loop met krukken en gebruik slechts een rolstoel voor langere afstanden. Maar toch merken we dat er aandachtig geluisterd wordt en dat men alle afspraken goed noteert. Voor de reis geeft medewerkster Heidi enkele tips uit eigen ervaring. Je voelt dat ze weet waarover ze spreekt. Dit is alvast een meevaller. De website van Aussietours is www.aussietours.be.
Voor een bezoek aan Australië is een visum en een internationaal paspoort nodig. Als je ter plaatse een auto huurt, moet je ook een internationaal rijbewijs hebben.
Lectuur over dit land is er genoeg. Wij hebben veel aan “Easy Access Australia”, geschreven door rolstoelgebruiker Bruce Cameron (gekocht via internet), en The Lonely Planet (een Australisch idee, naar het schijnt) waarin af en toe ook toegankelijkheidsinformatie te vinden is.

* Brussel-Zürich-Kuala Lumpur-Sydney

Vrééselijk lange vlucht (reken op 24 uur) met Swiss en Malaysian Airlines. Nog nooit zo moe geweest, maar alles verloopt vlot, geen aansluitingen noch bagage gemist. Australië is niet happig op schimmels en ziektes van overzee. Onmiddellijk na de landing wordt de hele passagiersruimte met spuitbussen ontsmet. Eetwaren binnenbrengen is eveneens absoluut verboden. Toch is de dame van de douane wat ontgoocheld als ze hoort dat we uit België komen. “Had dan toch wat pralines meegebracht, die we konden in beslag nemen!”

* Sydney

We proberen onze jet lag uit te slapen (het tijdverschil bedraagt 10 uur) en maken kennis met de hartelijke ongedwongen stijl van de veelkleurige Australische bevolking. Als je nog maar je stadsplan openslaat, staat er al iemand naast je om de weg te wijzen. Deze stad doet heel vertrouwd aan en tegelijk is alles er anders: planten en bomen, rare vogels,… en het weer natuurlijk. De barre winter ligt ver achter ons. De eerste zomerse dagen van het jaar (voor ons toch) doen deugd. We verblijven in hotel Avillion (www.avillion.com.au). Prima hotel, in de omgeving van een paar lekkere restaurantjes. We vernemen dat buitenshuis eten een Australische hobby is: men ontbijt, luncht of dineert op restaurant of steekt bij vrienden de barbecue aan. Uit eten blijkt vaak goedkoper dan zelf koken. Het klinkt ons als muziek in de oren. Bovendien is toegankelijkheid in Sydney, zeker sinds de Paralympics, geen ijdel woord meer. Dit wordt goed. Niet bezocht, maar naar het schijnt de moeite: het Opera House. Rondleidingen zijn er elke dag om 12 uur (stomme jet lag).
Onze culinaire tip in Sydney: restaurant Longrain – Surry Hills. Iedereen zit aan lange tafels in deze trendy omgebouwde loods. Bij ons aan tafel zitten enkele beroepskoks op een avondje uit, en verder twee vriendinnen. Eén van die twee is naar eigen zeggen helemaal van Melbourne overgevlogen om hier te komen eten. We begrijpen snel waarom. De kok goochelt met ingrediënten en smaakcombinaties uit de hele wereld. Porties delen, zoals bij een Chinese rijsttafel, is doodnormaal.

* Sydney-Blue Mountains

We huren een auto bij Hertz en volgen de Princes Highway. Karen rijdt voor het eerst links en ondervindt dat ook haar pinkers en ruitenwissers omgewisseld zijn. We hebben geen verblijf geboekt, we zien wel waar we terechtkomen. Een vriendelijke man uit Sydney verklapte ons zijn favoriete bestemming in de Blue Mountains: Leura, een dorpje dat niet eens op onze kaart staat. Ook in Australië kan het een keertje grijs weer zijn, maar het landschap is desondanks zo adembenemend dat Karen liefst achter elke bocht zou halt houden om foto's te nemen. Helaas, dit is een (relatief) drukke baan.

* Blue Mountains - Leura

Op goed geluk bij een B&B aangebeld, maar hier is geen plaats. De buurman heeft wel iets vrij: een appartementje in belle-époquestijl met reuzengroot hemelbed, ligbad en  massagedouche en volgestouwde koelkast voor het ontbijt. De koelkast wordt elke dag aangevuld met vers lekkers en er staan dagelijks verse rozen op de schrijftafel. Gastheer Jim onthaalt ons ontzettend gastvrij. We blijven twee nachten. Megalong Manor (www.bluemts.com.au/megalongmanor) is niet rolstoeltoegankelijk (wordt ook nergens beweerd), maar met slechts een paar treden aan de ingang is het te doen voor mij.
De zon komt erdoor en we zien waarom betoverend Leura "the Garden Village" genoemd wordt. Eigenlijk zouden we tot de herfst moeten blijven, of tegen de lente nog eens terugkeren, want dan worden de meeste tuinen opengesteld voor het publiek. We maken een rondrit met trolleybus langs de belangrijkste bezienswaardigheden in de Blue Mountains. De bus stopt net aan onze voordeur, maar je moet wel een drietal hoge treden op om erin te geraken. In principe kun je overal langs het parcours uitstappen en op de volgende bus weer verder rijden, maar wij beperken ons tot één halte, aan het beroemde Echo Point vanwaar je een prachtig uitzicht over de vallei hebt.

* Blue Mountains-Melbourne

Hier en daar onderweg hebben we gekampeerd, de campings blijken zonder uitzondering uitstekend toegankelijk. Eén motel valt zwaar tegen: de "aangepaste" kamer blijkt vooral de "ongepoetste" kamer.
Waarschuwing: hier leven wilde papegaaien. De mensen kijken al niet meer op als er een gsm-geluid vanuit een boom klinkt. Dat herinnert me aan een anekdote van een vriend. Hij hoorde ooit zo’n wilde papegaai een perfecte imitatie doen van een “groen licht”-geluid, zoals dat (zeker hier) aan alle belangrijke verkeerslichten voor voetgangers klinkt. Je zult maar blindelings op dat gerikketik vertrouwen…
In Bairnsdale, net voor Melbourne, informeren we naar een hotel in de stad. Geen peulenschil, zo blijkt, want wegens het tennis (de Australian Open zijn net begonnen) zit alles vol. De lieve, grappige dames van de toeristische dienst doen het onmogelijke en vinden toch nog een betaalbaar en goedgelegen adres.

* Melbourne

“Where are you from? Belgium? Like Kim Clijsters?”
Melbourne blijkt een tennisgekke stad met Europese (Engels-Italiaanse) inslag. We logeren in Elisabeth Towers, net buiten het centrum, met tramverbinding naar de andere kant, maar de tram blijkt volstrekt ontoegankelijk (dat had ik eerlijk gezegd niet verwacht). De toeristische dienst brengt ons in contact met een pasopgerichte dienst voor reizigers met een handicap (TADAS). Hoogtepunt van ons verblijf ter plaatse: voor amper 12 euro p.p. twee tennismatchen live bijgewoond, waaronder één met Xavier Malisse. De drempelloze weg naar het sportcentrum is wel een stevige wandeling, vraag dat maar aan Karen, de rolstoelduwer van dienst. Eenmaal aan het stadion van onze keuze gaat het vlot: er is een voorbehouden ingang naar de (uitstekende) rolstoelplaatsen, de aangepaste toiletten bevinden zich net om de hoek. Zoals overal in Australië worden we ook hier vriendelijk aangesproken door andere toeschouwers. De sfeer is fantastisch en we beleven een heel gezellige avond.
Culinaire tip: Piazza Vittoria, bij Victoria Market, ten noorden van het centrum. In deze familiezaak word je met de nodige mediterrane flair bediend. Dit is bovendien de eerste plaats waar we uitdrukkelijk op de kaart vermeld zien dat er ook glutenvrij gekookt kan worden. Er is een hellend vlak naar de toiletten, maar ik ben niet binnen gaan kijken.

* Great Ocean Road (Melbourne-Adelaide)

Onvoorstelbaar mooie landschappen, gelukkig deze keer wel met fotogelegenheid. Alweer een hoogtepunt voor ons beiden: bezoek aan de 12 Apostles, een reeks eenzame rotsen langs de kust. Het water nam al enkele apostels mee, maar wat overblijft is nog steeds indrukwekkend. Je kunt ter plaatse een rolstoel lenen, alle uitkijkplaatsen zijn zonder drempels te bereiken.
De surf- en vakantiedorpen die we passeren zijn nagenoeg uitgestorven, nu de zomervakantie op zijn einde loopt. In het vissersdorpje Eden stappen we een plaatselijke frituur (Fish & Chips) binnen en bestellen een Fisherman’s Basket. We eten ons buikje rond aan de meest verse vis die je je maar kan voorstellen. Eden, what's in a name?
Minder moment: 42°C en geen kamer vinden. Dan maar naar de camping, ons tentje is erger dan een bakoven. De volgende ochtend besluiten we vroeger dan gepland naar Adelaide te rijden om zo tenminste in een kamer (met airconditioning) de heetste dagen door te komen.

* Adelaide

Geen trendy flair zoals Sydney, geen glorievol verleden zoals Melbourne, maar een allercharmantste universiteitsstad met veel kleuren, geuren en culturen. Bovendien blijkt Adelaide een "20-minutes city": op 20 minuten rijden zit je aan het strand, in de bergen of tussen de wijngaarden. Wij proberen het allemaal eens uit. Onze uitvalsbasis is Old Lion’s Apartments, een appartement met eigen was- en droogmachine (na al dat kamperen komt dat goed van pas) in het jonge deel van de stad. Veel lekkere terrasjes met uitstekende wijn. We vinden al snel een adres waar we vaste klant worden: The Store is een fijne taverne-annex delicatessenwinkel.
26 januari, nationale feestdag, beleven we in deze stad. Er is een muziekfestival, maar als we in de vooravond naar daar afzakken, blijkt het feest al afgelopen.

* Barosso Valley

“Belgium? Great beer!” Onderweg neemt een winkelier uitgebreid de tijd om ons te informeren over de bijzondere huizen in de bekendste wijnstreek van Australië. We bezoeken aan de hand van zijn tips drie adressen en keren met een half dozijn flessen en een mond vol smaken naar Adelaide terug.

* Flinders Ranges

Vanuit Adelaide is het een goeie 300 km rijden naar de meest idyllische streek die we zullen bezoeken. De kleurenpracht en de afwisseling van weidse landschappen is werkelijk adembenemend. Al die tijd hebben we nog geen levende kangoeroe gezien, maar net nadat Karen dan toch zo'n waarschuwingsbord voor deze dieren gefotografeerd heeft, zit er één heel fotogeniek langs de kant. Met veel geposeer en draaiende oren laat hij zich bewonderen. Nog geen kwartier later wandelt een emoe (soort struisvogel) voorbij. Karen is in haar nopjes. We overnachten een keertje in een verzorgd motel in Hawker en keren dan terug naar onze uitvalsbasis.

* Adelaide (bis)

Nieuw verblijfadres: Directors Studios, een hotel dat we al vanuit België geboekt hadden. We zijn nog steeds voor op ons schema, maar we krijgen alvast de suite die voor ons huwelijksreisarrangement geregeld was. We verkennen de stad verder, proeven van de lekkerste pizza ooit (rest. Passatempo) en ontdekken de sushi-keuken. Het is bijna Chinees Nieuwjaar en zo dicht bij Chinatown kun je daar niet naast kijken. Vooral de rondgang met de draak (en een hoop klereherriemakers in zijn kielzog) vergeet je niet gauw. Grote ontdekking: de Central Market, een versmarkt met echt alles wat eetbaar is. Een lust voor alle zintuigen. Australiërs hechten veel belang aan eten en drinken, de veelheid van culturen maakt het aanbod nog veelzijdiger. De markt is open op dinsdag, donderdag, vrijdag en zaterdag en is volledig rolstoeltoegankelijk (aangepast sanitair beschikbaar).

* Kangaroo Island

Met de ferry voor dag en dauw de oversteek gemaakt naar dit laatste stukje unieke natuur. Seascape (www.seascapelodge.com.au), het B&B waar we verblijven laat zich voorstaan als rolstoeltoegankelijk, maar dat moeten we toch nuanceren: je kunt erin, maar de badkamer is zeker niet aangepast. Je kunt met een rolstoel het toilet niet bereiken, de douche heeft een smal deurtje. Voor mij geen probleem, maar als je beweert dat je rolstoeltoegankelijk bent… We worden verwelkomd in het Nederlands, want de eigenaars zijn een Nederlands-Australisch paar. Helaas ondervinden we hier een meer afgemeten vorm van gastvrijheid, in vergelijking met wat we tijdens de rest van onze reis meegemaakt hebben. Het uitzicht van op onze kamer is evenwel uniek: zover we kunnen zien is er alleen de baai waaraan het huis gelegen is. Je kunt hier ook voor het avondeten reserveren, de eigenaar is een prima kok.
Verder blijkt de autoverhuurder hier minder betrouwbaar, maar we weten ons te redden. We trekken er met ons twee op uit en genieten van het uitzicht en ontmoeten heel wat ongewone dieren op onze weg: pelikanen, koala's, emoes, kangoeroes en (heel, heel veel) zeehonden. Alleen de pinguïns bezoeken we niet, aangezien die in hun broedseizoen zitten. Een fijne uitstap is een bezoek aan Emu Ridge, een eucalyptus-distilleerderij. Het bedrijfje is heel ecologisch verantwoord opgevat, alle zintuigen worden hier aangesproken en de hele rondgang van het terrein is volstrekt drempelloos. Er is een toegankelijk toilet.
De terugreis naar Adelaide doen we in een piepklein vliegtuigje. Omdat ik kan staan, word ik met een liftje tot aan de deur van het vliegtuig gebracht.
Hetzelfde toestel blijkt op de luchthaven van Adelaide defect, dus klouter ik daar op eigen kracht (en tot grote opluchting van de assistentieploeg) de trap af. Nog twee dagen genieten van een pittig en gezellig Adelaide en dan begint de terugreis.
Culinaire tip: Gouger Fish Cafe is waar je zijn moet als je van de zee houdt. Vlakbij de Central Market, dus steeds kraakvers.

* Naar huis

Even slopend als de heenreis, ondanks de meer dan attente bediening. Turbulenties ter hoogte van Afghanistan zijn niet wat wij iemand toewensen, maar behalve 20 minuten vertraging is er geen probleem. Voor ons dreigt dit echter slecht af te lopen, want we hadden al maar een krap uurtje om de vlucht naar Brussel te halen, nu blijft er nog een dik halfuur over. Uiteindelijk wordt de hele procedure voor ons overhoop gehaald: we worden tot VIP-passagiers gebombardeerd, mogen als eerste uitstappen, de rolstoel wordt in vliegende vaart aangevoerd en we halen nipt onze aansluiting.

Tot slot

We hebben ongetwijfeld van alles gemist. Om te beginnen zijn we nooit diep in het binnenland geweest. Ook hebben we met dit prachtweer amper een museum of tentoonstelling bezocht. Over de Aborigine culturen hebben we evenmin veel opgestoken – een poging van ons om toch één tentoonstelling te bezoeken strandde op een slechte aanduiding op ons stadsplannetje.
Toegankelijkheid is iets wat ‘hoort’ in Australië. Het is geen slecht idee om de Europese parkeerkaart mee te nemen, want die wordt hier erkend. Vooral de overheid heeft serieuze inspanningen geleverd, met goed berijdbare voetpaden en oversteekplaatsen, publieke aangepaste toiletten en geluidssignalen aan elk belangrijk verkeerslicht. Ook de meeste winkels zijn drempelloos. Je mag er echter niet van uitgaan dat “alles” toegankelijk is. Net zoals bij ons, durft een overijverige hotelbediende wel eens iets “toegankelijk” te noemen, louter omdat je (desnoods met hulp) binnen kan. Meestal kregen we echter heel duidelijke, gedetailleerde informatie als we naar de toegankelijkheid vroegen – de afweging of iets voor ons geschikt was, liet men dan (terecht!) aan ons over. We mogen wel stellen dat de doorsnee Australiër positief staat tegenover mensen met een handicap. Ik werd bijv. maar 1 keer aangestaard … door een Duitse toerist.
Rokers kunnen op veel minder begrip rekenen. Binnen geldt voor alle restaurants een absoluut rookverbod, buiten in de blakende zon is nog plaats genoeg. Hotels en motels rekenen forse extra’s aan als je binnenshuis rookt.
Volgens onze ervaring is "total sunblock" zonnecrème absoluut noodzakelijk. Eén keertje op een overtrokken dag niet insmeren staat garant voor een verbrande kop. Naar verluidt loopt 50% van de Australische bevolking huidkanker op, dat zegt genoeg. Ook een stevig anti-muggenmiddel koop je best meteen na de landing. De beestjes waren tijdens onze reis zeer opdringerig.
Samengevat: was het niet zo’n ellendig verre vliegreis, we gingen met plezier elk jaar in Australië overwinteren!

Langs een houten poort bereik je "Great Ocean Road".
The Twelve Apostles: eenzame rotsblokken die boven de zee uitsteken.
Hoe goed vond je dit reisverslag?: 
Nog geen stemmen